Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal [46]Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot hetwelk gij komt, versaagd maken; en [47]Ik zal maken, dat al uw vijanden u [48]den nek toekeren. 46. Dat is, een grote schrik, of, een schrik dien Ik den volken zal aanjagen. Zie hiervan exempelen Gen.35:5; 1 Sam.14:15, en 2 Kron.20:29. 47. Hebreeuws, Ik zal al uw vijanden den nek te uwaarts geven. 48. Dat is, de rug.